Even boodschappen doen...
Je zult maar om 3.15 uur wakker worden gemaakt door je wekker om boodschappen te gaan doen… Veel te vroeg natuurlijk. Maar goed, wel nodig om in Tamale te komen. Ook al vertrekt de bus meestal tussen 5.00 en 5.30, je moet om 4.00 uur op het markplein zijn om een kaartje te bemachtigen. Zo niet, heb je kans op een (gratis) staanplaats, maar dat leek ons niet echt ideaal over een 3,5 uur durende hobbelweg, een afstand van ong. 90 km.
De boodschappenvoorraad is na zo’n 6 weken bijna op. In Gushegu wordt wel wat verkocht, maar niet genoeg om ‘normale’ maaltijden van te bereiden. Daarom is een bezoekje aan Tamale af en toe nodig. En natuurlijk is het ook gewoon heerlijk om even weg te zijn. We zitten hier nu 6 weken, we fietsen elke dag dezelfde weg, elke dag roepen dezelfde mensen hetzelfde naar ons. We hebben gewoon even behoeft aan iets anders. In Nederlands stap je op je fiets, in de auto, trein, bus of wat dan ook, om ergens heen te gaan, maar dat gaat hier niet zo simpel. We hebben de nodige inlichtingen binnen, incl. een getekende plattegrond want een VVV moeten we niet verwachten, en weten dus ongeveer in welk restaurantje we terecht kunnen voor wat westers voedsel, want daar hebben we gewoon zin in!
Heerlijk trouwens, die temperatuur zo ’s morgens vroeg! Alleen jammer dat je bijna doof wordt van alle muezzins in de buurt. We kopen een kaartje van 3.5 cedi (rond 1.75 euro), zitplaats gegarandeerd, hopen we… De bus laat nog op zich wachten, dus nemen we plaats op de bank van een - nu nog onbemand - winkeltje. Rond 4.30 uur komt de bus zowaar aangereden, maar dat wil niet zeggen dat het nu gelijk instappen en wegwezen is. Eerst wordt er – heel praktisch – allerlei bagage in de bus gezet en gelijk stoelen gereserveerd en vervolgens proberen die mensen weer door dezelfde deur terug naar buiten te komen. Ideaal dus.. maar op één of andere manier kunnen er hier veel mensen door één deur, wat natuurlijk wel een hoop geprop veroorzaakte, maar dat is heel normaal. De helft van de mensen begrijpt niet dat je achteraan de rij moet aansluiten en lopen in één keer door. Ook een optie. Uiteindelijk staan wij ook binnen. Helaas blijkt dat de helft van onze genummerde zitplaatsen zijn weggehaald, dan maar ergens anders gaan zitten. Sorry voor degene die deze stoel eigenlijk toebehoort. Voor de zekerheid besluiten we te blijven zitten totdat de bus vertrekt, je weet nooit wat er ondertussen met je veroverde zitplaats gebeurt! Het valt mee, de meeste mensen nemen genoegen met een zitplaats op de grond of blijven staan, maar niemand maar zich druk om een stoel waar een nummertje opstaat.
Om 5.15 uur beginnen we eindelijk aan onze 90 km lange tocht naar de bewoonde wereld! En daar hebben we ruim 3 uur hobbelen wel voor over!
Van Nelleke hoorden we dat het handiger is om uit te stappen bij de Islamic secundary school, net als je Tamale binnenkomt. We kunnen daar vandaan lopend naar hun huis om de spullen neer te zetten en vervolgens op weg gaan naar de stad. Helaas is eerst de chauffeur nergens te bekennen en als de bus vertrekt, en er dus wel een chauffeur aanwezig is, is het wat lastig om naar voren te dringen. Blijkbaar begrijpen de mensen de vraag; ‘kunnen jullie zeggen wanneer we vlak bij Tamale zijn, we willen namelijk uitstappen bij de Islamic Secundary school’, niet helemaal. Ze beginnen hard te lachen ‘we moeten allemaal naar Tamale’. Okay, als jullie het niet willen begrijpen, dan niet. Vanuit Gushegu is de weg nog een paar honderd meter geasfalteerd, maar vanaf daar tot Tamale rijden we over een onverharde weg. De chauffeur zigzagt over de weg om de hobbels en kuilen enigszins te ontwijken, maar nog steeds zitten we te stuiteren. We zijn enorm blij met onze zitplaats, een beetje slapen totdat, door de kuilen en hobbels, je hoofd met een enorme klap tegen het raam aankomt, maar ook dat went. Na ruim 2, 5 uur rijden (en af en toe stoppen, want er moeten soms mensen uit en in… heel handig, je hoeft alleen maar een brul te geven en de bus stopt… ) bedenken we dat het toch wel handig is om toch een seintje te krijgen als we in de buurt van Tamale komen. Als we de Islamic school zien, kunnen we gelijk testen of ze ook gehoor geven aan Nederlands gebrul.
Niet altijd even fijn, maar in sommige gevallen wel handig, is het feit dat als je iets vraagt aan één persoon, er vaak ineens heel veel mensen zijn die zich er mee gaan bemoeien. Dat kunnen we gebruiken! Laten we gewoon iemand aanspreken die al 2 uur naast ons staat en vragen of hij weet hoelang het nog duurt voordat we in Tamale zijn. En jawel… het plan werkt. Wij vragen, de helft van de bus luistert, hij antwoordt en de helft van de bus reageert daarop. De Islamic Secundary School? Ja, die weten ze wel. Het is net alsof ze denken, wat hebben die 4 blanke dames daar nou weer te zoeken? Of ze kunnen aangeven wanneer we daar zijn, want we willen daar uitstappen. Ook prima. Blijkbaar hebben we dan toch wat Dagbani geleerd in de tijd dat we hier zijn, want na 3 kwartier begint, een paar meter verderop, iemand naar achteren te roepen. Hij heeft het onder andere over selleminsi (meervoud van Seleminga) en vanaf achteren wordt er terug geroepen. Afijn, de hele bus is dus betrokken bij onze uitstapplaats. De driver wordt ingelicht: ‘Driver, STOP! Selleminsi blablablabla….’ (heel hard) en jawel, daar staan we dan even later met onze spullen de bus na te kijken, naast een bord met daarop ‘Islamic Secundary School’.
De hele zoektocht naar het huis zal ik jullie besparen. Het leek zo simpel, gewoon het weggetje naar links. Ik herkende het zelfs van de vorige keer, we moesten wel goed zitten. Blijkt een uur later de plattegrond niet helemaal te kloppen, waardoor we een straat te laat naar links zijn gegaan. Vorige keer zijn we met de auto inderdaad ook een paar keer die weg in gereden, vandaar dat het bekend voorkwam. Helaas was dat niet genoeg om het huis te vinden. We hebben ondertussen aardig kennis gemaakt met de - ik wil je wel helpen, ook al weet ik zelf de weg totaal niet - cultuur. Als de weg aan je gevraagd wordt, net doen of je het weet en je wilt ook echt wel meerijden om het aan te wijzen, maar als diegene wel een heel vreemde kant uitwijst, besluiten we om toch zelf maar verder te zoeken. Uiteindelijk is iemand zo aardig om ons, met één van de koffers (meegenomen om terug alle boodschappen in de vervoeren) op het hoofd, mee te lopen naar het huis van Pastor Eric. We wisten dat hij vlakbij het huis van Rahman en Nelleke woonde. Toch een voordeel dat we zo vroeg zijn vertrokken, we zijn al uren op en toch hebben we nog een hele dag voor ons.
Eerst even uitrusten en onze eigen huidskleur onder het stof vandaan toveren. Ongelofelijk… wat wordt je smerig van zo’n reis! Aangezien dit huis een eindje buiten de stad ligt moet je sowieso meestal het eerste stuk lopen voordat je een taxi tegenkomt. Deze keer hebben we geluk, aan het einde van het zandpad keert net een taxi. Van de keer een voordeel dat vier witte mensen ‘licht geven’ want hij ziet ons gelukkig al van een eind aankomen en begint druk met z’n lichten te knipperen en te toeteren. Als we bijna in de stad zijn horen we een hoop herrie die boven de – toch al harde herrie- uitstijgt. De taxidriver duikt de soort van vluchtstrook op, die hier net toevallig lag, precies op tijd voor de eerste grote zwarte auto’s met zwaailichten die (erg hard) langs komen rijden. ‘De president’ verklaart de driver. Aha, hebben wij weer.. een paar weken geleden kwam die ook al langs in Gushegu. Bezig om stemmen te werven voor de verkiezingen in December. We werden toen door Rahman gewaarschuwd om niet de straat op te gaan omdat er dan ontzettend veel, onverantwoord hard rijdend, verkeer is. Nu maar hopen dat het deze dag ook niet zo’n chaos wordt, wat dan was het waarschijnlijk verstandiger geweest om thuis te blijven. Want we willen best meehelpen om een klein stukje Ghana iets meer te ontwikkelen, maar om nu gelijk betrokken te worden bij allerlei propaganda ’s, dat gaat wel een beetje ver! Even later weer wachten langs de zijkant van de weg omdat we toch ineens halverwege de stoet blijken te rijden. Een hoop getoeter, sirenes, militairen e.d. Even later is het weer ‘rustig’, dus waagt onze taxi zich de weg weer op.
Het eerst wat we doen als we uit de taxi stappen? Appels kopen! Er loopt net iemand langs met een grote bak appels op het hoofd. Natuurlijk kopen we die.. op dat moment zijn we nog van plan om alles te kopen wat niet in Gushegu te koop is! Vervolgens op zoek naar een bank om geld voor de komende weken te pinnen. Een ontzettende lange rij en een pinautomaat wat niet helemaal berekend lijkt te zijn op Europeanen zorgen ervoor dat we zo weer een half uur verder zijn. Tijd op te gaan lunchen dus, op naar ‘Sparkles’. We hebben gewoon zin in westers voedsel, friet ofzo… en in een reisgids hebben we gezien dat we daar bij dit restaurant wel kans op hebben. En jawel, zodra ze merken dat we uit Nederland komen vertelt de bediening heel blij dat de eigenaar ook uit Nederland komt. Vandaar dat er op de menukaart ook een ‘plate Holland’ te vinden is. En dat was best even welkom .. :) En daarna op zoek naar supermarkten, want daar zijn we tenslotte voor gekomen. Via allerlei steegjes, een overvolle gevaarlijke taxistandplaats, over de markt, achterlangs wat kraampjes komen we zowaar in de supermarkt. De boodschappenlijst (die al weken aan de muur hing en steeds aangevuld werd) wordt afgewerkt. Alhoewel.. dat werkt niet helemaal zo. Want ze hebben namelijk niet alles in die ene supermarkt. Daarom opzoek naar een volgende. Op de markt verse groenten inslaan, heel veel waterzakjes kopen (waar soms per ongeluk een straaltje uitkwam waardoor gekocht wat niet alleen als drinkwater gebruikt werd, maar wel heerlijk verkoelend was, en we vinden zelfs ijs! Met gevaar voor eigen leven de straten oversteken en nog wat huishoudelijke dingen kopen bij de look a like Blokker en het was zo weer uren later. Gelukkig is het hier geen probleem om spullen bij een winkel te laten staan en er later met een taxi langs te rijden om alles op te halen. Als we eindelijk met al onze spullen voor het huis werden afgezet en meer moesten betalen dan gewoonlijk omdat de taxi zwaarder geladen is (!), zijn we dan ook behoorlijk gaar. Morgenochtend zorgen dat we om 8.00 op het busstation zijn om een kaartje te kopen en dan ’s middags met de bus naar huis. Dachten we….
Door allerlei straatjes, steegjes en wijken weet de taxichauffeur ons de volgende morgen op het busstation te brengen. De chauffeur wil best even helpen met het kopen van kaartjes. Helaas, de kaartjes zijn allemaal verkocht. Dat betekent dus; zitplaatsen zijn weg, maar je kunt ook een gratis staanplaats nemen. Nadat we dat op de heenweg hebben gezien, hebben we daar iets minder zin in gekregen! Gelukkig weet de taxichauffeur nog wel een ander plekje in de stad waar je tickets kunt kopen. Wel gek, want eigenlijk zijn gewoon alle zitplaatsen al verkocht, maar liever een dubbel geboekte stoel dan van te voren al weten dat je uren moet staan. Helaas, ook daar is echt alles op. We laten ons afzetten in de stad, in de dubbele zin van het woord! We moeten namelijk veel te veel betalen voor dit ritje, maar dat heeft volgens de chauffeur te maken met de afstand en het feit dat hij heel hard z’n best voor ons heeft gedaan om aan een kaartje te komen. Alleen niet gelukt!
Gelukkig lijkt Rahman overal contacten te hebben en zegt hij dat we het beste tussen 11.00 en 12.00 weer op het busstation kunnen zijn omdat daar ene Dila rondloopt die ons wel aan een kaartje kan helpen. Snel terug naar huis, alle spullen inpakken in dozen, tassen, koffer etc. en daar gaan we weer… op zoek naar een taxi.
Na 50 meter sjouwen komen we erachter dat het echt geen doen is om alle spullen richting de taxi te slepen. Wat doe je dan? Katie en Lorette lopen verder op zoek naar een taxi, Annelies en ik ploffen neer onder een boom, gewoon in het zand want vies zijn we toch al, en hopen dat de andere meiden snel een taxi kunnen vinden. Een oude man, ook onder de boom, wil ons best helpen om de spullen naar de weg te brengen, maar we besluiten dat we dat zo’n oude man toch niet aan kunnen doen… Dus wachten we gewoon. Niet eens zo heel veel later zitten we met al onze spullen opgepropt in de taxi.
Vervolgens:
- Hebben we lang op de bus zitten wachten, plat op de grond, in de schaduw!
- Konden we de kaartjesverkoper die Rahman geregeld had, nergens vinden en reageerde hij niet op smsjes omdat hij niet kan lezen.
- Als de bus er eenmaal is, is het geen kwestie van instappen en wegwezen. Nog ruim een uur voor een gesloten bus gestaan met heel veel mensen die ook een staanplaats wilde bemachtigen, in de brandende zon.
- Wordt de kaartjesverkoper die later aankomt bijna aangevallen omdat iedereen mee wil.
- Krijgen we van verschillenden mensen te horen dat het ons echt niet gaat lukken om in de bus te komen zonder kaartje…
En dat blijkt wel… iedereen doet zo hard zijn best om in die bus te komen, daar willen we ons niet eens tussen mengen.
Terwijl we ons staan te verbazen en ons afvragen wat we nu weer moeten doen, komt er iemand op ons af die ons herkent vanuit Gushegu. Nu is dat niet zo heel knap, want we zijn de enige blanken daar in het dorp. Grappige was dat hij Pastor Rahman ook kende ( ook niet zo heel bijzonder.. heel Gushegu en omstreken kent hem) en dat hij zelfs regelmatig bij ons in de kerk komt. Hij belde Rahman om mee te delen dat het ons echt niet ging lukken om met die bus mee te komen. Verder wilde hij ons een afzettende-taxichauffeur besparen, dus bracht ons een paar straten verderop. Hup, doos op z’n hoofd en lopen maar. Pffff… konden wij onze krachten verspillen aan de loodzware koffer, vol eten.
En daar zit je dan om 15.00 uur. Weer terug bij af. Ongeveer van 8.00 uur tot 15.00 uur bezig geweest om een bus in te komen. Tevergeefs. Dan de ochtendbus van 5.00 uur maar. Dat betekent wel weer heel vroeg uit bed! Gelukkig wordt er een taxi geregeld die ons op komt halen voor het huis. Maar goed, Afrika zou Afrika niet zijn als die chauffeur werkelijk om 4.00 uur voor de deur zou staan. We hebben daar heerlijk zitten genieten plat op de grond, van de koelte, de stilte, de sterren en het hanengekraai. Jammer weer.. zo’n muezzin die om 4.00 onze rust verstoort. Het hek achter ons gaat weer open en de buurman komt polshoogte nemen. Wat doen wij daar zo vroeg op straat? Hij is een goede vriend van Rahman en Nelleke en weet dat er regelmatig mensen in hun huis verblijven, maar blijkbaar had hij ons nog niet eerder opgemerkt. Eerst vindt hij het wel een goed idee als we binnen de poort wachten, voor de veiligheid, ‘you never know’, maar we konden ons niet voorstellen dat we onveilig zouden zijn op die heerlijke koele, rustige ochtend. ‘Als ik jullie kan helpen moet je het zeggen.’ Prima, denken we om 4.35, terwijl we nog steeds op straat zitten. De taxichauffeur belooft elk kwartier dat hij er echt binnen een minuut is. Maar die minuten gaan ons wat te lang duren, zeker als we dat hele tafereel van –kaartjes op- alweer voor onze ogen zien afspelen. En daar zitten we even later, bij de aardige behulpzame buurman, ook Pastor, in z’n auto. En wie komen we op de hoek van de straat tegen? Een boze taxichauffeur die een deel van z’n winst aan z’n neus voorbij ziet gaan. ‘Ik moest bidden en de bus vertrekt toch niet om 5 uur, want de chauffeur moet ook eerst nog bidden’. Waarop onze redder in nood antwoordde: ‘Wanneer je een witte belooft om er om 4.00 uur te zijn, moet je dat ook doen’. Zo, die had ‘m door!
Hoe dan ook, we zitten in de bus. Om 5.00 uur. Een echte Afrikaanse, gammele bus. Iets minder luxe dan op de heenreis. Spullen op het dak, mensen in de bus, mensen op de bus. Het komt voor ons goed uit dat veel reizigers eerst moeten bidden in de moskee vlak naast het busstation (dat klinkt wel erg luxe voor een vol pleintje met heel veel oude bussen), want wij mogen plaats nemen op de achterste bank van de bus. (Nee, als je een schoolreisbus-achterbank in je gedachten hebt, heb je het echt mis!) Ideaal, een beetje ruimte, denken we. Later blijkt dat de bank bestemd is voor 6 (!) personen. De 5e persoon telt eigenlijk voor 1,5 we zitten al schouder aan schouder, de bus wordt voller en voller (er is één deur en ook in het gangpad zijn ‘stoeltjes’, dat wordt dus klauteren om achterin te komen), en we horen steeds vaker het woord ‘selleminsi’ vallen. Dat betekent niet veel goeds, vermoeden we. En inderdaad, blijkbaar moet er nog een zesde persoon bij. We vragen ons af hoe, maar voor we het weten heeft zich nog een persoon tussen ons in gepropt. Eigenlijk geen doen, maar laten we ons een beetje aanpassen en niet te erg protesteren. Raampje open en schouder eruit, dat zorgt al voor wat meer ruimte. Als er echt geen mensen meer bij kunnen en het dak overvol is, vertrekken we. Het eerste uur stoppen we om de 10 min. langs de weg omdat er mensen meewillen of omdat er spullen mee moeten naar een dorpje. Verbazingwekkend om te zien, de bus rijdt alweer voordat iedereen goed en wel op het dak zit of nog maar op de ladder om naar boven te klimmen, staat. Op één of andere manier gaat alles goed. Soms worden er spullen aan de ene kant op de bus gegooid, die aan de andere kant van de bus weer neerkomen. Maar ook dat is geen probleem. We vragen ons ondertussen af hoe de bus er van buiten vandaan uit ziet en we stellen ons voor wat de reacties van de mensen in Nederland zou zijn, als er zo’n bus door de straat komt rijden.
Het wordt een lange, hobbelige, Afrikaanse, stoffige en soms pijnlijke weg; 4,5 uur later komen we eindelijk in Gushegu aan. In het begin zeggeen we nog ‘au’ als we door een hobbel tegen de ijzeren uitstekende punten in de bus terecht komen, maar aangezien de Ghanezen dat ook niet doen, zijn wij er ook maar mee gestopt. Je kunt ook geen 4,5 uur lang blijven roepen. Naarmate we langer onderweg zijn worden we bruiner en bruiner. Zoveel stof! We zijn ontzettend smerig als we thuiskomen!
Eigenlijk is het hier de bedoeling om zo kort mogelijk te douchen omdat de watertank anders te snel leeg is, maar deze keer is het wel veroorloofd (vind ik) om er wat langer over te doen om de bruine laag te verwijderen.
Het enige wat nu nog rest is de spierpijn en de blauwe plekken, maar boodschappen.. die hebben we!