Ghana life
Fijn…er komt beweging in de gordijnen. Dat betekent wind. O, de gordijnen vliegen nu bijna horizontaal de kamer in. Dat betekent vast weer een heerlijke verkoelende plensbui. Prima, we zitten toch binnen. Eindelijk weer een beetje frisse lucht enzo.
Annelies inspecteert ondertussen de douche, wc en slaapkamer op beestjes. Elke dag weer een verrassing wat daar zit. Nou ja, niet helemaal.. We zijn eigenlijk al voorbereid op elke avond minimaal 2 vieze dikke zwarte sprinkhanen. De ene keer wordt de vliegenmepper erbij gehaald, de volgende keer past dat niet en gebruiken we een ander moordwapen: kokend water. Soms duurt het wat te lang voor het water kookt en is hij/zij ondertussen de dans ontsprongen. Afijn, weer genoeg over dieren.
’s Morgens rustig wakker worden op de fiets (richting school) zit er niet in. Het begint al als we uit het hek van onze compound komen. Voorzichtig door alle modder en modderplassen heen, niet te zacht omdat je dan blijft steken, maar ook niet te hard omdat je dan ook weer onderuit kan gaan. Als je dat gehaald hebt begint het ontwijken van een moedergeit met jonkies. Daarna de weg op naar Gushegu. De geiten/schapen lopen er nog steeds, maar nu worden ze bijgestaan door veel mensen, kinderen in uniformen op weg naar verschillende scholen in de buurt en toeterende motors. Het is dus een kwestie van mensen en dieren ontwijken en ondertussen ook nog je best doen om zelf niet overhoop gereden te worden. Langs hutjes en kinderen die roepen (nog steeds) ‘Seleminga, how are you? I’m fine, thank you’. Na een aantal minuten fietsen linksaf. Je mag hier zelf weten aan welke kant van de weg je voorsorteert, dat is geen probleem. Je moet alleen wel even goed kijken of er niet net iets of iemand om de hoek komt. Maar op één of andere manier gaat het altijd net goed. Langs nog meer hutjes en ‘shopjes’, langs mannen die (het lijkt wel, elke dag alleen maar) op een bank onder een vierkanten rieten afdakje hangen, liggen en kijken. Na een tijdje gaan we weer naar rechts en daar houdt het asfalt op en proberen we met fiets en al overeind te blijven in de ‘gravel’ (roodachtig zand met steentjes). Als je op je fiets wilt blijven zitten moet je een spoor volgen dat al een beetje bereden is. Dat betekent wel dat je dan echt langs de zijkant fietst met stenen, kuilen, plassen etc. Maar het is ons elke keer nog gelukt om op de fiets te blijven zitten. Aan het eind van deze weg weer links. Weer even asfalt en oppassen voor motors, mensen en dieren op de weg. Klein probleempje is dat de remmen van de fiets niet goed werken, is dus best lastig met overrennende schapen en geiten. Maar Annelies heeft ontdekt dat als je heel hard ‘UUUUUUUU’ roept, ze heel hard wegrennen. We komen langs het ziekenhuis (ziet er mooi uit voor Afrika!) en heel veel kleine ‘winkeltjes’. Elke dag ontdekken we meer dingen die we kunnen kopen. We waren berekend op één keer per 6 dagen bananen van de markt, maar soms zien we een vrouw langskomen met bananen op haar hoofd of dus gewoon in en shopje langs de weg. Ook pinda’s, in kleine aan elkaar geknoopte zakjes, zijn inmiddels favoriet! Veel te snel verandert het kuilige asfalt in half asfalt – half zand. Wordt een beetje lastig fietsen, want er zit nogal veel hoogteverschil in de weg. En je moet ondertussen nog steeds rekening houden met langsrazende motors (kan aan alle kanten van de weg), fietsers, mensen die ineens stilstaan enz. En oja, nu vergeet ik bijna het belangrijkste: groeten! ’s Morgens: ‘dasiba’ (spreek je ongeveer uit als: desba) antwoord: ‘Naaaa’…. ‘A-gbehira’ (Akbira)? ‘Gombenie’ (Combjennie) en nog wat meer groeten waar je meestal ‘Naaaaa’ op moet zeggen. Best lachwekkend! Ten minste, in het begin. Nu is het allemaal al heel normaal…
We zijn ongeveer 10 minuten onderweg, zweten ons om 7.30 uur ’s morgens al naar vanwege het zware fietsen en de warmte en dan begint het leukste deel van de tocht. We gaan een zijweg/zandpaadje in en dan begint het: bij het 23e grasprietje rechts, bij de volgende boom weer rechts, bij het 2 grasprietje rechtdoor. Dat was vooral in het begin nogal ingewikkeld, maar nu letten we niet eens meer op die grasprietjes. We fietsen echt over hele smalle zandpaadjes tussen hoog gras en hutjes door. Overal komen we kindertjes met geel/groene schooluniformen tegen. In tegenstelling tot alle andere kindertje hier op straat roepen zij niet: ‘Seleminga’, maar ‘Goodmorning Madame’. Dat klinkt beter! En jawel.. we zijn op school. Eerst even een tijdje bijkomen en zweet wissen, maar we hebben het weer gehaald!
Een paar dagen geleden stond er een groepje mannen halverwege onze fietstocht. Nu staan die daar wel vaker dus daar keken we niet van op. Ook het roepen was ondertussen heel gewoon geworden, we roepen al bijna automatisch ‘Naaaa’ terug. Rahel (Duitse ‘rekenjuf’ die hier ook een aantal maanden is) was al langs gesuisd (ja de weg gaat daar een beetje naar beneden), daarna Annelies en daar kwam ik. Ik zag een man met een… uniform (?) Nou ja, je ziet hier wel meer mensen met t-shirts met waarschuwingen tegen Malaria, aids, of gewoon met Obama girl, dus dacht ik; zal ook wel weer een kledingstuk zijn wat hem geschonken is. Tot hij ‘stop’ begon te roepen. Nou ja, zal ook wel een grapje zijn. Vriendelijk lachen en weer doorrijden… Ik keek voor de zekerheid nog even achterom toen hij wat harder riep. Zou deze echt zijn? Maar waarom rijden die anderen dan door? ‘Annelies!!!! Stop’ We rijden toch maar even terug. Rahel is ondertussen al verdwenen tussen het hoge gras, dus die zien we niet meer. Oeps, het is blijkbaar een echte politieman. ‘Waarom stoppen jullie niet als ik dat zeg? Tja wat zeg je dan? ‘We dachten dat uw kleren 4e hands waren?’ O nee, we moeten laten zien hoe het hoort en uitgebreid gaan groeten. ‘Sorry, How are you?’ etc. etc. Blijkbaar was hij daar tevreden mee. Hij wilde alleen wel weten waar we naar toe gingen en of we een bewijs hadden dat we hier mochten werken (we deden maar even net of we dat niet helemaal begrepen..) en of we uit US kwamen. ‘Nee, uit Nederland’ O, dat beviel hem wel. Hij wilde alleen nog even weten waarom onze zus (Rahel) door was gereden en toe mochten we ook verder. Zo beleef je nog eens wat. Later hoorden we dat ze vaak geld vragen, maar blijkbaar zag deze man wel dat dat onbegonnen werk was bij ons.
Maandag 15 oktober was echt een mijlpaal in mijn ‘juf-jaren’. Taal- en leeslessen zijn op zich niet heel bijzonder, maar wel als het om Dagbani gaat, de taal die in dit gebied gesproken wordt. Het ging om P2 (groep 4), een klas waarin zeer weinig kinderen echt kunnen lezen. Dit geeft natuurlijk veel problemen, ook bij de rest van de vakken. Daar moet dus echt wat aan veranderen. Eerst maar eens laten zien dat een les ook op een andere manier gegeven kan worden dan alleen door middel van voor- en nazeggen. Aangezien de meeste kinderen niet erg goed Engels spreken en er verschillende klanken in het Dagbani voor ons lastig zijn uit te spreken, was er vertaling nodig. Dat werkt dus niet heel handig, zeker niet als je het idee hebt dat de leerkracht net wat meer zegt of dingen anders uitlegt. En helaas zie je de leerkracht dan weer terugvallen in het oude patroon, namelijk dingen aanleren d.m.v. herhalen, herhalen, herhalen.
Vandaag (25-10) hebben besloten om het leesonderwijs tot de kerstvakantie grondig te veranderen. Niet alleen de leerlingen uit P2 hebben problemen met lezen, maar je ziet het terugkomen in alle hogere groepen. Daarom hebben we eerst van verschillende klassen per kind opgeschreven op welk niveau het ongeveer zit. En jawel.. dat ging, zelfs zonder alle Nederlandse observatieschema’s.
Vervolgens hebben we alle kinderen uit P1 t/m P4 verdeeld over 5 verschillende niveaugroepen. Vanaf maandag geven verschillende mensen deze groepen 1 uur per dag les in Dagbani-reading. Ik ga de uitdaging aan met de zwakste lezers. Kinderen die dus al (lang) geleden hebben leren ‘lezen’, maar toch op één of andere manier nog niet weten welke klank er hoort bij een bepaalde letter. Een uitdaging dus! Gelukkig heb ik een groep 3 collega achter de hand…:)
Elke woensdagavond zijn er homegroups van de kerk, bijbelstudies op verschillende plaatsen in Gusgehu. Annelies en ik zijn meegegaan naar de groep van Rahel. Wij, met een zaklamp op de fiets. Dik ingepakt, niet in tegenstelling tot jullie Nederlanders, tegen de kouJ, maar tegen de muggen! De gewone weg ging nog wel, daar stonden wat lantaarns, maar de weg tussen de hutjes door was spectaculairder…! Zeker hobbelige zandpaadjes zijn met kuilen en plassen en hobbels en dieren en mensen die je niet ziet omdat ze zwart zijnJ Er waren de eerste avond drie mensen aanwezig, dus toen wij binnenkwamen verdubbelde het aantal zich gelijk. Eerlijk verdeeld, zo zwart-wit dus. We zongen ( we moeten die liederen echt eens uit ons hoofd gaan leren!), lazen en praatten met elkaar over Markus 2, interessant en mooi om met zoveel verschillende mensen over zo’n bijbelgedeelte te praten. Helaas werden we veel te vaak afgeleid door veel te veel dieren die er rondvlogen, renden en kropen. Zondagmiddag zijn we een paar huizen langs gegaan om de vrouwen er weer enthousiast voor te maken. Bij gebrek aan straatnamen en huisnummers heeft een man uit de kerk ons tussen de hutjes, geitjes (die elk moment voor je fiets kunnen springen), roepende en zwaaiende kinderen, kleren wassende vrouwen en zittende en kijkende mannen doorgeloodst naar de hutjes en huisjes waar we moesten zijn. Sommige vrouwen reageerde enigszins terughouden, waarschijnlijk vonden ze die witte invasie maar niks of ze vonden het moeilijk te midden van hun (islamitische) familie. Anderen waren juist heel blij dat we langskwamen en nodigden ons binnen uit. Bij het één van de laatste bezoeken kwam er net een meisje van een jaar of 15 achter het huis vandaan. Ze schrok zo ontzettend bij het zien van deze ‘seleminga’s’ dat ze achteruit deinsde. Maar toen wij in de lach schoten, begon ze zelf ook erg hard te lachen en bracht ze ons bij de rest van de vrouwen achter het huis. Bijzonder om te horen wat de redenen zijn van de vrouwen om niet te komen, de één was bezig om kleren te wassen, een ander heeft een jongentje van een paar jaar oud wat niet kan goed kan lopen en die ze altijd moet dragen, weer een ander moet een eind lopen naar de kerk en heeft geen zaklamp, daardoor is het veel te gevaarlijk om ’s avonds door het donker via de smalle weggetjes door het hoge gras op pad te gaan. Een zaklamp kopen is voor ons een kleine moeite, dus dat probleem kan opgelost worden. Eens kijken of ze de volgende woensdagavond wel weer op komen dagen. Helaas, afgelopen woensdagavond regende het te hard om te gaan, dus we moeten nog even afwachten.
(Trouwens, ik vind ik het ook best leuk om wat van jullie te horen hoor!!! Zet dus gerust wat in het gastenboek... )